In 2017 herstel burgerlijke bouwkunde maar tewerkstelling in de bouw enorm onder druk

Gepubliceerd op 21-06-2017 11:44

De bouw groeide afgelopen jaar met 3,5%, voornamelijk door de sterke prestaties van de woningbouw in Vlaanderen en de niet-woningbouw (programma Scholen van Morgen). Die impulsen vallen echter weg dit jaar. Ondanks een herstel van de burgerlijke bouwkunde met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen in 2018, blijft de groei in 2017 daardoor beperkt tot 1%. Paul Depreter, voorzitter van de Confederatie Bouw: "Dat plaatst de tewerkstelling enorm onder druk. De bouw had de voorbije jaren een groei van meer dan 3% nodig om de loonarbeid sinds het vierde kwartaal van 2015 enigszins te kunnen stabiliseren."

Burgerlijke bouwkunde naar een herstel in 2017

De recentste beschikbare informatie wat activiteit betreft, wijst uit dat de sector van de burgerlijke bouwkunde waarschijnlijk enigszins gestagneerd is in 2016. De negatieve effecten die te wijten zijn aan een daling van de activiteit bij de werken voor de A12, die toen in de voltooiingsfase zaten, en aan de terugval van de investeringen in het spoor lijken gecompenseerd te zijn door de aanzet tot herstel van de investeringen door de lokale besturen, als we de vooruitzichten van het Federaal Planbureau mogen geloven. De lokale besturen zouden in 2017 opnieuw meer gaan investeren, in het vooruitzicht van de gemeenteraadsverkiezingen van 2018. De burgerlijke bouwkunde, nog altijd getroffen door een terugval van de investeringen in het spoor, zou ook voordeel kunnen halen uit het starten van de werken voor het Oosterweelproject. In deze omstandigheden lijkt het erop dat deze sector kan uitgaan van een groei met ongeveer 5 % in 2017, des te meer omdat het orderboekje voor werken van dit type alsmaar beter gevuld is.

 

Onderzoek toont voor het eerst samenstelling en evolutie van werkgelegenheid in de bouw

Verschuiving van loontrekkenden naar gedetacheerden

Tegen die achtergrond blijft het aantal gedetacheerden toenemen. In 2016 waren er 320.000 werknemers beschikbaar op de arbeidsmarkt voor de bouw, ongeacht het werkstatuut. 15% daarvan waren gedetacheerd. Dat komt overeen met 46.500 voltijds equivalenten, of 30% van het aantal Belgische arbeiders in de bouw. De cijfers tonen twee duidelijke evoluties. De eerste is een onafgebroken daling van het aandeel van de loonarbeid in het totaal aantal beschikbare werknemers voor de bouw. Op drie jaar tijd ging dit met 5% achteruit. Een tweede evolutie is dat vooral gedetacheerde werknemers daarvan geprofiteerd hebben. Het verlies van loonarbeid wordt voor 70% door hen gerecupereerd. Op drie jaar tijd steeg het aantal gedetacheerden met 13.000 voltijds equivalenten.

Dringend forse maatregelen nodig

De bouw staat voor een nieuwe economische realiteit. Dat blijkt ook uit ledenenquêtes van de Confederatie Bouw. Deloyale concurrentie situeert zich vooral op het niveau van de lagere loonkosten (95%) en flexibiliteit (75%). De vrees voor ontslagen is daardoor reëel (25%) en wordt zelfs nog versterkt door de verlengde opzegtermijnen begin 2018. Bijgevolg worden bouwbedrijven haast gedwongen om aan detachering te doen. Enkel zo zijn ze nog rendabel, zo niet worden ze uit de markt geconcurreerd, volgens een recente studie van HIVA over intra EU-detachering. Robert de Mûelenaere: "We kunnen en mogen niet langer blind blijven voor deze evolutie binnen de bouw. Jobs verdwijnen en bedrijven leggen de boeken neer. De middelen om te reageren zijn er en we moeten dan ook zo snel mogelijk de beloofde enveloppe van € 600 miljoen vrijmaken. Ik vraag aan de bevoegde ministers om hun verantwoordelijkheid te nemen tijdens de aankomende speciale ministerraad rond enkele belangrijke socio-economische uitdagingen. De inzet is het behoud van de Belgische tewerkstelling in de bouw."

Uit de cijfers blijkt duidelijk dat de bouw de algemene economische groei aanzienlijk heeft gestimuleerd in 2016. Maar welke factoren verklaren deze mooie prestatie? En wat zijn de vooruitzichten voor de bouw en zijn verschillende subsectoren in 2017? Dat is grosso modo waarover deze conjunctuurnota gaat. Economische groei leidt tot werkgelegenheid De Belgische economie groeide in 2016 met 1,2 % en uit de cijfers blijkt dat zij een snellere groei kan verwachten in 2017 (+1,6 %), volgens de recentste vooruitzichten van het Federaal Planbureau. Hieruit blijkt bovendien dat de verwachte groei zal leiden tot meer bedrijfsinvesteringen (+3,5 % in 2017) en banen zal scheppen. De werkloosheidsgraad zou daardoor in principe moeten dalen (van 7,8 %, in 2016, naar 6,8 % in 2017).

Groei bouwsector vertraagt

Uit de INR-cijfers blijkt dat met een groei van 3,5 % de bouw de algemene economische groei (+1,2 %) in 2016 sterk gestimuleerd heeft. Het jaarlijkse volume bouwactiviteit vertoont echter een alsmaar minder sterk groeitempo sinds het tweede kwartaal 2016. De extrapolatie van deze ontwikkeling suggereert een aanhoudende groei in 2017, maar op basis van een minder sterk tempo dan in 2016. Uit een analyse op basis van de meest waarschijnlijke veranderingen in de vraag blijkt een verwachte groei van ongeveer 1 % voor 2017. Maar in deze analyse wordt ook gewezen op vele factoren die tot onzekerheid kunnen leiden en die echter bepalend zijn voor de evolutie van de bouwsector. Er zijn overigens aanwijzingen dat de groei groter zou kunnen zijn dan wat de analyse van de vraag aangeeft. Dit is in het bijzonder het geval voor de productie in het eerste kwartaal 2017 (in stijgende lijn), maar ook voor het vertrouwen van de aannemers of voor het activiteitsvolume dat door de orderboekjes van de ondernemingen is verzekerd. Volgens de laatst beschikbare cijfers zijn de orderboekjes immers vandaag beter gevuld dan in 2016 in dezelfde periode. Hoofdzakelijk voor orders voor werken van burgerlijke bouwkunde.

 

Tewerkstelling in de bouw staat onder druk: dringend nood aan sterke maatregelen

De tewerkstellingscijfers in de bouw tonen een duidelijke verschuiving. Werknemers in loondienst bij Belgische bouwbedrijven worden vervangen door werknemers die naar België gedetacheerd worden. Dit fenomeen zal zich blijven verderzetten en zal zelfs nog toenemen door de verlengde opzegtermijnen vanaf januari 2018. Maar uit bevragingen van de Confederatie Bouw bij haar leden blijkt dat een relance mogelijk is. De voorwaarde is wel dat de regering vlug, concreet en gepaste maatregelen treft!

Nu handelen, voor het te laat is!

Een significante loonkostenverlaging moet er snel komen. Het is de manier om het gebruik detachering te doen keren en de loontrekkende tewerkstelling in België te ondersteunen. De studie van HIVA stelt vast dat de Belgische bedrijven die een beroep doen op buitenlandse onderaannemers, en dus op detachering, economisch gezonder zijn dan die bedrijven die er geen gebruik van maken. Die eerste categorie bedrijven slaagt er veel makkelijker in om haar jaaromzet of toegevoegde waarde te verhogen, terwijl die andere uit de markt wordt geconcurreerd. De bedrijven hebben dit natuurlijk vlug begrepen en passen zich aan deze nieuwe economische realiteit aan. De enquêtes van de Confederatie Bouw bevestigen dit ook: jaar na jaar beslissen meer en meer bedrijven om ook gebruik te maken van buitenlandse onderaannemers of geven aan dit op korte termijn te zullen doen. Het is dus dringend tijd om te reageren. Het is dringend tijd om de wettelijke middelen in te zetten die de loonkosten van de Belgische bouwbedrijven kunnen verlagen. De bouwsector heeft in dat opzicht, ondertussen al twee jaar geleden, een relanceplan voorgelegd aan de regering. Dat plan moet de concurrentiekracht van de bouwbedrijven een aanzienlijke boost geven door middel van een onmiddellijke verlaging van de loonkosten met 6 eur per uur. In dat plan staat bovendien uitvoerig beschreven hoe de sector deze maatregel kan financieren. Bovendien staat het onder meer op de agenda van de speciale ministerraad van begin juli over enkele belangrijke socio-economische uitdagingen. De regering is zich bewust van de problemen in de Belgische bouwsector. Ook beseft ze dat het massale jobverlies een enorme financiële impact heeft. Het bemoeilijkt de financiering van de sociale zekerheid en brengt een begrotingsevenwicht in gedrang. Net daarom besliste de regering om in oktober 2015, bij de begrotingsopmaak voor 2019, een enveloppe van 600 miljoen eur te voorzien voor een specifieke lastenverlaging voor de bouwsector. Vandaag nog langer wachten om dat budget vrij te maken is niet langer een optie! De sector dringt daarom aan bij de regering om eindelijk de voorziene enveloppe van 600 miljoen eur in te zetten en de loonlasten in de bouwsector met 6 eur per uur te verlaging vanaf september 2017.

Wij hebben aantal zaken uit het rapport uitgelicht, voor het volledige rapport: klik hier (pdf)

 

www.confederatiebouw.be